WONEN IN ITALIË – Tweede fase

We stevenen af op fase twee van de coronacrisis: een begin naar de 'normalità'. Het hele land zit zondagavond gespannen voor de televisie in afwachting van de persconferentie van premier Conte. Wat gaat er vanaf 4 mei veranderen?

Na afloop is er teleurstelling. Ok, ze gaan weer aan het werk maar verder blijft veel bij het oude. Wat voor mij wel duidelijk is, is dat ik vanaf maandag weer lange wandelingen mag maken, mits alleen. Dat is alvast iets.

Ook mogen de Italianen hun familie weer bezoeken. Tsja wat is familie, vroeg een journalist zich af. "Familie tot in welke graad? Mag ik m'n achterneef ook bezoeken?" Ook geliefden mogen elkaar weer zien, "mits ze een stabiele relatie hebben". "Wat betekent dat in godsnaam?" zei diezelfde journalist. "Ik ben getrouwd en weet niet eens of ik wel een stabiele relatie heb."

Gelukkig zijn de Italianen hun gevoel voor humor niet verloren dus valt er af en toe ook wel wat te lachen. Zoals zondagavond toen acteur en cabaretier Enrico Brignano in een televisieprogramma te gast was.

"Fase 2?" reageerde Brignano. "Wij zitten hier thuis al in fase 4. In fase 1 gingen we allemaal op onze balkons staan klappen, zingen en muziek maken. In fase twee raakte overal het meel uitverkocht want toen gingen we opeens taarten bakken en onze eigen pasta maken.

In fase drie gaven we ons over aan het shoppen op internet. Een vermogen heb ik al uitgegeven aan dingen die ik opeens dacht nodig te hebben zoals een broodbakmachine of een roei-apparaat. En nu zijn we aangekomen in fase vier. Harig en een paar kilo te dik zitten we in onze joggingbroek op de bank. We zijn het zat."

En hoe is de situatie in Mombarcaro?

Gisteravond kregen de via de dorpsapp het bericht dat er in het naburige Niella Belbo nu ook een geval van coronavirus is. De patiënt zou het goed maken en met niemand in contact zijn geweest. Lijkt me sterk. De mensen zijn erg bang. Mijn buurvrouw is sindsdien haar huis niet uit geweest.

Op de mooie dagen waar er nu veel van zijn, lijkt de situatie soms zo onwerkelijk. De natuur bloeit op, je hoort de vogels, de lucht is blauw. Je zou zeggen: geen vuiltje aan de lucht. Maar toch wel, het virus!

Tot mijn blijdschap zag ik dat mijn buurtgenoten, zoals altijd op zomermiddagen, zich toch weer onder de pergola bij Rosa verzamelen. De stoelen veilig uit elkaar. De behoefte aan even buurten verdringt de angst.

Zelf ben ik van plan om er iets meer uit te gaan. Zo ga ik dinsdag naar een tuincentrum! Jawel, avontuurlijker zal het voorlopig niet worden. Ik neem koffie mee en koop ergens een zoet broodje, heb ik me al voorgenomen. Het voelt spannend.

En hoe zit het met het vriendenbezoek? Mogen die ook komen? Ik heb immers geen familie hier. De één zegt dat het wel mag, volgens de ander weer niet. Een beetje creatief oplossen, volgens mij. En natuurlijk voorzichtig zijn.

Binnenkort komt een Nederlandse vriendin hier op veilige afstand koffie drinken. We kunnen altijd nog zeggen dat we familie zijn. Als er al geen 'tamponi' (tests) genoeg zijn, zullen ze zeker je dna niet gaan controleren.

Mijn Genovese buren, de Piccinini's, hebben heimwee naar Mombarcaro. Ze zitten met twee families opgehokt in hun flat in Genua en mogen voorlopig niet naar hun 2e huis toe. Silvana vraagt af en toe of ik foto's van haar tuin wil maken. Als ik ze dan stuur, wordt ze er ook een beetje droevig van, vertelt ze.

Ik sta bij Sara buiten op m'n beurt te wachten, als ik opeens hoor: "Christina!" Het is Flavio mijn klusjesman die in zijn auto op zijn vrouw Lorenza zit te wachten. Ik kaart een nieuw project aan voor m'n tuin. "Gaan we doen Christina. Ach weet je, dit gaat ook weer voorbij." Zo mag ik het graag horen.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.